De meest ingrijpende arbeidsrechtelijke wetswijziging van 2020 is natuurlijk de inwerkingtreding van de WAB op 1 januari jl. waarover we al een artikel hebben geschreven: https://loyr.nl/wet-arbeidsmarkt-in-balans-wab-wat-betekent-deze-wet-voor-werkgevers-en-werknemers/.
Maar naast deze wet zijn ook andere (min of meer) arbeidsrechtelijke wetten en regelingen in werking getreden of zullen dat dit jaar treden. Hieronder tref je een overzicht daarvan.
A. REGELING COMPENSATIE TRANSITIEVERGOEDING
Vanaf 1 april 2020 kun je compensatie aanvragen als je het dienstverband van een werknemer eindigt, omdat hij meer dan twee jaar ziek is. Als je het dienstverband eindigt, heeft werknemer recht op een transitievergoeding. Door inwerkingtreding van deze regeling kun je de door jou aan de werknemer betaalde transitievergoeding terugkrijgen.
Voorwaarden voor de compensatie
Van 1 april 2020 tot 1 oktober 2020 kun je compensatie van de tot die tijd reeds betaalde transitievergoedingen aanvragen. Deze regeling geldt voor transitievergoedingen die op of na 1 juli 2015 zijn betaald.
Om in aanmerking te komen voor de compensatie gelden de volgende voorwaarden:
• je hebt werknemer ontslagen wegens langdurige ziekte;
• werknemer had op grond van de wet recht op een transitievergoeding;
• je hebt de transitievergoeding ook daadwerkelijk aan werknemer betaald.
Tip: agendeer voor medio maart 2020 dat je de volgende bewijsstukken gereed legt of laat leggen voor de aanvraag van de compensatie:
– arbeidsovereenkomst van de betreffende werknemer;
– stukken waaruit het einde van die arbeidsovereenkomst blijkt (ontslagvergunning UWV, beschikking kantonrechter of vaststellingsovereenkomst (waaruit de reden van ontslag blijkt);
– loonstroken van het tijdens ziekte betaalde loon;
– berekening van de hoogte van de transitievergoeding;
– bewijs van betaling van de transitievergoeding (bijvoorbeeld een bankafschrift);
– bewijs dat de reden van beëindiging langdurige ziekte is (denk aan WIA-stukken).
Uitspraak Hoge Raad:
Hoge Raad heeft op 8 november 2019 een einde gemaakt aan slapende dienstverbanden door te oordelen dat:
“Werkgever gehouden is:
• op grond van goed werkgeverschap
• in te stemmen met een voorstel van de werknemer
• tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden,
• onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer
• ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.”
Dit betekent dat je niet actief tot beëindiging van een slapend dienstverband van een zieke werknemer hoeft over te gaan, maar dat je wel gehouden bent een redelijk voorstel van een werknemer in dat kader te accepteren. Van belang is dat je op grond van deze uitspraak slechts gehouden bent de transitievergoeding aan werknemer te voldoen ter hoogte van het bedrag ervan zoals dat zou hebben geluid op het moment dat de werknemer 104 weken ziek was. Je hoeft de periode dat het dienstverband heeft geslapen dus niet mee te nemen in de berekening van de transitievergoeding.
Wat dat betreft is het aan te bevelen slapende dienstverbanden per 1 april 2020 te beëindigen, zodat je direct om compensatie van de transitievergoeding kunt verzoeken en van de risico’s en verplichtingen die bij een slapend dienstverband horen bent verlost. Van belang is in dat kader te benadrukken dat je ook na het verstrijken van de 104-wekentermijn niet van je re-integratieverplichtingen bent verlost. Dus als passend werk beschikbaar komt, moet je dat aanbieden aan de zieke werknemer met slapend dienstverband aanbieden. Ook moet je de zieke werknemer met slapend dienstverband meetellen voor het afspiegelingsbeginsel bij ontslag om bedrijfseconomische redenen.
B. WET DBA (DEREGULERING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES)
Opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp’ers) hebben graag zekerheid over de arbeidsrelatie die ze met elkaar aangaan. Tot 1 mei 2016 kon dit met de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Sinds 1 mei 2016 is deze vervangen door de Wet DBA. Deze wet heeft niet de duidelijkheid en rust gebracht die hij zou hebben moeten brengen. Het kabinet heeft daarom besloten de wet te vervangen. Het streven is om de nieuwe maatregelen op 1 januari 2021 in te laten gaan. Tot die tijd blijft de Wet DBA van kracht.
Opdrachtgever en zzp’er samen verantwoordelijk
Op grond van die wet zijn opdrachtgevers en zzp’ers samen verantwoordelijk voor de arbeidsrelatie die zij met elkaar aangaan. Zij moeten ervoor zorgen dat hun arbeidsrelatie helder is en voorkomen dat niet toch sprake is van loondienst.
Als je dus besluit met een zzp’er samen te werken, zul je samen moeten vaststellen of sprake is van opdrachtgeverschap jouwerzijds of dat toch sprake is van loondienst. Meestal is het wel duidelijk dat geen sprake is van loondienst, maar in twijfelgevallen kun je een door de belastingdienst gepubliceerde modelovereenkomst sluiten. Dit laatste is niet verplicht. Als je twijfelt, kun je de zzp’er verzoeken een ondernemerscheck bij de belastingdienst uit te voeren via: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/ondernemers/content/checken-of-ik-ondernemer-ben-voor-de-inkomstenbelasting
Meer handhaving sinds 1 januari 2020
De belastingdienst heeft vorig jaar aangekondigd dat hij naleving van de Wet DBA vanaf 1 januari 2020 meer bij opdrachtgevers zal handhaven, wat inhoudt dat hij sindsdien correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen kan opleggen, eventueel te verhogen met een boete. Voordat de belastingdienst daartoe overgaat, zal hij eerst toezicht door middel van bijvoorbeeld een bedrijfsbezoek of boekenonderzoek uitvoeren. De belastingdienst handhaaft alleen als hij je als kwaadwillend aanmerkt of als je de door hem gegeven aanwijzingen niet opvolgt.
Wanneer kwaadwillend?
Dat ben je als je ‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan omdat je weet – of had kunnen weten – dat feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. De belastingdienst kan dan zoals gezegd correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen opleggen. De belastingdienst moet dan de volgende drie zaken aantonen:
• dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking;
• met evidente;
• en opzettelijke schijnzelfstandigheid.
Dit zorgt meestal voor een oneigenlijk voordeel of tast het speelveld op een oneerlijke manier aan.
Welke aanwijzingen?
Als volgens de belastingdienst uit controle blijkt dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, maar niet van kwaadwillendheid, dan geeft hij je aanwijzingen. Die moet je binnen drie maanden opvolgen om:
• de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat sprake is van werken buiten dienstbetrekking, of
• de arbeidsrelatie als dienstbetrekking te verwerken in de aangifte
Als nadien blijkt dat je de aanwijzingen niet of niet voldoende hebt opgevolgd en nog steeds sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, zal de belastingdienst alsnog handhaven (met dus correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen en eventueel een boete tot gevolg).
Als geen sprake is van genoemde situaties wordt handhaving uitgesteld tot 1 januari 2021. Het kabinet wil op deze datum nieuwe wet- en regelgeving invoeren die de Wet DBA vervangt.
Voor nu is het idee voor die regeling de volgende:
• minimumtarief van € 16,- per uur;
• verantwoordelijkheid controle en betalen minimumtarief bij opdrachtgever;
• een zelfstandigenverklaring leidt tot vrijwaring van loonheffingen.
C. WET NORMALISERING RECHTSPOSITIE AMBTENAREN (WNRA)
Door inwerkingtreding van de WNRA geldt sinds 1 januari 2020 het private arbeidsrecht voor (de meeste) ambtenaren. De eenzijdige aanstelling is komen te vervallen en het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de cao zijn van toepassing.
D. WIJZIGINGEN WERKKOSTENREGELING
Je kunt je werknemers sinds 1 januari 2020 extra belonen dankzij een ruimere werkkostenregeling (WKR). In 2019 mocht je onbelaste vergoedingen geven tot 1,2% van de loonsom (het loon van alle medewerkers samen). Dit is de vrije ruimte. Deze vrije ruimte is sinds 1 januari 2020 met 0,5 procentpunt verhoogd tot 1,7% over de eerste € 400.000 van de loonsom. Voor het bedrag boven € 400.000 blijft het oude percentage van 1,2% gelden.
Ook mag je sindsdien zaken vergoeden waarvan je werknemers privé voordeel kunnen hebben, zoals een sportabonnement of kerstpakket.
Andere verruimingen
Vrijstelling voor de Verklaring omtrent gedrag (VOG)
Bepaalde vergoedingen gaan niet ten koste van de vrije ruimte. Deze vallen onder de ‘gerichte vrijstellingen’. Sinds 1 januari 2020 is er een gerichte vrijstelling bijgekomen: de kosten van een aanvraag voor een verklaring omtrent gedrag (VOG).
Afrekening mag iets later
Als je meer dan het bedrag van de vrije ruimte aan een werknemer vergoedt of verstrekt, betaal je belasting over dat gedeelte. Sinds 1 januari 202 mag je deze belasting uiterlijk bij de aangifte over het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar in plaats van het eerst aangiftetijdvak voldoen.
Korting op eigen producten
Je mag je medewerkers 20% korting geven op producten uit jouw bedrijf met een maximum van € 500 per jaar per werknemer. De Belastingdienst bepaalt de waarde van deze eigen producten voortaan aan de hand van de gebruikelijke verkoop- of winkelwaarde inclusief btw.
E. WIJZIGINGEN WET MINIMUMLOON EN MINIMUMVAKANTIEBIJSLAG
Sinds 1 januari 2020 zijn de brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon gestegen. Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband is sindsdien:
• € 1.653,60 per maand;
• € 381,60 per week;
• € 76,32 per dag.
F. EXTRA GEBOORTEVERLOF
Vanaf 1 juli 2020 kunnen partners van bevallen ouders tot vijf weken extra geboorteverlof aanvragen. Het UWV betaalt tijdens dit verlof zeventig procent van hun dagloon aan hen. Zij moeten dit verlof in de eerste zes maanden na de geboorte van het kind opnemen. Wel moet het kind op of na 1 juli 2020 geboren zijn en moet de medewerker het verlof in hele weken opnemen.
G. ZELFSTANDIGENAFTREK VERLAAGD
De zelfstandigenaftrek daalt stapsgewijs in acht stappen van € 250,00 en één stap van € 280,00 naar € 5.000,00 in 2028. Sinds 1 januari 2020 is de zelfstandigenaftrek dus verlaagd van € 7.280,00 naar € 7.030,00.
H. VEREENVOUDING FISCALE BIJTELLING FIETS VAN DE ZAAK
Als je medewerkers gebruik maken van een fiets, elektrische fiets of speed pedelec van de zaak, dan geldt ook voor hen een bijtelling als ze deze privé gebruiken. Voor die bijtelling was tot 1 januari 2020 een kilometerregistratie verplicht.
Sinds 1 januari 2020 is hier een standaardbedrag voor in de plaats gekomen, waarmee de medewerker het privégebruik kan afkopen. Net als voor het privégebruik van een auto van de zaak, geldt een vast percentage bijtelling voor het privégebruik van de bedrijfsfiets. Dit betekent dat je medewerker jaarlijks 7% van de waarde van de adviesprijs van de fiets bij zijn inkomen moet bijtellen, zodat het bijhouden van de gereden kilometers niet meer nodig is.
I. VRIJSTELLING ASSURANTIEBELASTING
Voor ondernemers met een verzekering die betaling van loon tijdens ziekte van werknemers dekt, geldt een vrijstelling van assurantiebelasting, wat inhoudt dat je voor deze verzekering geen assurantiebelasting hoeft te betalen.
Dit bericht is geschreven door Hannah Brenninkmeijer, advocaat arbeidsrecht en privacyrecht.
Het jaarlijkse beleidsweekend van LOYR heeft dit jaar in Thessaloniki plaatsgevonden, de stad die circa 315 voor Christus door Kassandros is gesticht. Hij heeft de door hem gestichte stad genoemd naar zijn vrouw Thessalonikè, via vaderslijn een halfzus van Alexander de Grote. Thessalonikè was door hun vader, Philippus II van Macedonië, vernoemd naar de overwinning (nikè) die in hij in Thessalië had behaald.
Vanwege de toetreding van Hannah Brenninkmeijer tot LOYR is het beleidsweekend verplaatst van het gebruikelijke september/oktober naar november, wat helaas wel wat nadelige invloed heeft gehad op het weer.
Naast dat veel plezier is gemaakt, de stad is bezichtigd en is genoten van de vele bijzonderheden die Thesssaloniki ons te bieden had, is het jaar 2019 geëvalueerd en zijn de plannen voor 2020 gesmeed.
Voor het jaar 2019 geldt dat een goed jaar is geweest waarin mooie nieuwe klanten en zaken zijn binnengehaald. Een jaar ook waarin LOYR opnieuw is gegroeid met een nieuwe partner. Verder heeft Jasper een succesvol seminar verzorgd in hotel Arena over aansprakelijkheid. Veel ondernemers hebben hun belangstelling in het onderwerp getoond en hebben achteraf een borreltje met ons gedronken. Ook hebben Hannah en Babs meerdere druk bezochte seminars verzorgd over de nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans. Bovendien hebben Zabih en Babs ter ere van de verjaardag van LOYR een feestelijke presentatie gehouden over de machtsverhoudingen binnen de onderneming en de aankomende wijzigingen in het arbeidsrecht.
Voor 2020 is onder meer bepaald dat aan het begin van dat jaar een nieuwe website online zal gaan. Wij verwachten deze binnenkort vol trots aan jullie te kunnen presenteren. In onze optiek is het een representatief nieuw visitekaartje van ons mooie kantoor.
Vanwege grote drukte op ons kantoor zoeken we per maart 2020 een student-stagiaire die ons kan helpen met het uitzoeken van juridische kwesties en die wij op onze beurt kunnen ondersteunen bij het opdoen van eerste relevante werkervaring. Ook zijn we om die reden op zoek naar een partner ondernemingsrecht en een partner bestuursrecht.
In april 2020 zullen we voor geïnteresseerden een seminar geven over privacyaspecten bij vastgoed. Ook in het najaar zullen we weer een seminar voor onze vaste klanten verzorgen.
LOYR zal dit jaar haar vierde verjaardag vieren en er weer een succesvol jaar van maken. Hartelijk dank aan onze klanten voor het vertrouwen dat zij inmiddels een lange tijd in ons stellen.
In de sfeervolle Salon van Hotel Arena presenteerde Jasper van Mens (advocaat ondernemingsrecht) op 3 december 2019 op een voor ondernemers toegankelijke manier welke mogelijke aanspraken er zijn , hoe mogelijke claims kunnen worden voorkomen en op welke wijze het best gehandeld kan worden indien een ondernemer hiermee te maken krijgt. Ruim 45 ondernemers waren aanwezig op het seminar. Zoals gebruikelijk werd het seminar afgesloten met een gezellige borrel. Het seminar van LOYR was weer een groot succes.
In het kader van het 4 jarig bestaan van LOYR zullen wij weer een seminar organiseren. Het zal dan gaan over huurrecht en privacyrecht en worden gegeven door Floris Havelaar (advocaat vastgoedrecht) en Hannah Brenninkmeijer (advocaat privacyrecht).
Met trots kondigen we aan dat Hannah Brenninkmeijer zich per 1 november 2019 als partner bij LOYR heeft aangesloten. Hannah is advocaat en gespecialiseerd op het gebied van privacy- en arbeidsrecht.
Proces- en advieservaring
Hannah heeft ruime proces- en advieservaring onder meer op het gebied van individueel en collectief ontslagrecht, arbeidsvoorwaarden, medezeggenschapsrecht en overgang van onderneming. Bovendien heeft zij ervaring in het ondersteunen van ondernemers met implementatie van de AVG in hun onderneming en beantwoordt zij ook praktische privacyrechtelijke vragen.
Opleiding en specialisatie
Hannah heeft in juni 2019 de Grotius specialisatieopleiding Arbeidsrecht met succes afgerond. In december 2017 heeft zij de verdiepingsopleiding Data Protection Officer gevolgd bij privacydeskundige Romeo Kadir, waardoor zij op een heel praktische wijze heeft geleerd de bepalingen van de privacyverordening te implementeren. Hannah heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het Guidance project van Sdu op het raakvlak van privacy- en arbeidsrecht en zij heeft als tegenlezer van verschillende arbeidsrechtelijke onderwerpen gefungeerd. Voordat zij in 2009 als advocaat werd beëdigd, heeft Hannah de raio-opleiding (de voormalig opleiding voor rechters en officieren van justitie) gevolgd.
Wij zijn erg blij dat Hannah zich bij ons kantoor aansluit en ons team daarmee versterkt.
Het uitgangspunt bij de koop van een woning door een particuliere koper (“koper”) is dat er een schriftelijke koopovereenkomst moet zijn gesloten. Dan pas zijn partijen (in beginsel) gebonden. “In beginsel”, want vanaf dat moment gaat de bedenktijd van drie dagen voor de koper lopen. De koper kan die dagen gebruiken om een deskundige in te schakelen, maar ook (en dat geldt zeker in deze overspannen woningmarkt) om terug te komen op een overhaaste koopbeslissing. Koper gebruikt deze drie dagen om bijvoorbeeld een bouwkundige keuring uit te laten voeren. Als er dan (te) veel gebreken worden geconstateerd, kan koper eenvoudigweg een beroep doen op de bedenktijd en de koopovereenkomst ontbinden (of hiermee dreigen om zodoende een lagere koopprijs overeen te komen).
De bedenktijd is er dus voor bedoeld om de koper een bepaald comfort te bieden. Verkoper heeft dus geen bedenktijd en zal de drie dagen (en eventueel de ontbindende voorwaarden) moeten afwachten om zeker te weten dat de koop door gaat. De (particuliere) verkoper van een woning kan zich dus wel terugtrekken zolang de koopovereenkomst nog niet is gesloten. Andersom geredeneerd: een verkoper is net als de koper pas gebonden als er een schriftelijke koopovereenkomst is met als enige verschil dat de verkoper niet het recht van de drie dagen bedenktijd toekomt.
Is het antwoord op de vraag of ook verkoper een beroep kan doen op de bedenktijd dus “nee”? Toch niet helemaal. Onder omstandigheden kan ook verkoper een beroep doen op de bedenktijd. Althans, volgens de rechtbank Overijssel. Op 30 januari 2019 oordeelde de rechtbank namelijk dat verkoper wel een beroep kon doen op de wettelijke bedenktijd van drie dagen, omdat partijen dat waren overeengekomen. In de koopovereenkomst was namelijk opgenomen dat koper ermee instemde dat verkoper ook eenzelfde bedenktijd van drie dagen toekwam en dat verkoper onder dezelfde voorwaarden de koopovereenkomst kon ontbinden. Toen verkoper zijn woning voor een hoger bedrag aan een derde kon verkopen, ontbond hij de overeenkomst. De (eerste) koper was het daar niet mee eens omdat verkoper zijn contractuele bevoegdheid voor een ander doel gebruikte dan waarvoor die was verleend. Het verkrijgen van een hogere koopsom door de woning aan een derde te gunnen, zou geen reden mogen zijn tot ontbinding over te gaan, aldus (eerste) koper. Koper vordert de contractuele boete van verkoper.
De rechtbank is het oneens met (eerste) koper. Verkoper was gerechtigd zonder nadere toelichting gebruik te maken van de overeengekomen bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden. Verkoper heeft de contractuele mogelijkheid niet gebruikt om zijn onderhandelingspositie tegen (eerste) koper te versterken en zodoende te trachten meer geld te krijgen van (eerste) koper. De rechtbank vraagt zich weliswaar af of het fatsoenlijk is wat verkoper heeft gedaan, maar in juridisch opzicht staat hier niets aan in de weg. Van een toerekenbare tekortkoming van verkoper is volgens de rechtbank geen sprake en voor de verplichting tot het betalen van de overeengekomen boete ontbreekt iedere grond. De vordering van koper wordt dan ook afgewezen.
Conclusie: volgens de rechtbank kunnen verkopend makelaars kunnen de wettelijke bedenktijd ook voor de (particuliere) verkoper bedingen door dit op te nemen in de koopovereenkomst. Zodoende kan er “last minute” nog worden verkocht aan een partij die nog meer biedt dan de (eerste) koper. De koper (en zijn makelaar) zal hierop bedacht moeten zijn en deze bepaling moeten doorstrepen voordat de koopovereenkomst wordt gesloten.
Dit bericht is geschreven door Floris Havelaar, advocaat vastgoedrecht
Wij zijn ervan overtuigd dat je als advocaat meer in huis moet hebben dan alleen juridisch talent. Zo is het belangrijk om je te verdiepen in wat onze cliënten drijft en wat voor hun onderneming belangrijk is. Goede commerciële en sociale kwaliteiten, inlevingsvermogen en organisatorische vaardigheden zijn daarom essentieel. Naast deze zakelijke aspecten hechten wij ook veel waarde aan plezier op het werk, vrijheid en een goede balans tussen werk en privé. Spreekt deze visie je aan? Dan zijn wij nieuwsgierig naar jou en maken we graag kennis met je.
Ben jij op zoek naar?
- goed inhoudelijk werk en een écht tevreden cliënt
- (meer) balans tussen werk en privé
- een informeel, strategisch en pragmatisch advocatenkantoor met een ondernemende aanpak
En herken je?
- een cultuur voor continue verbetering, zowel op het gebied van kwaliteit als sfeer
- de focus op tevreden cliënten
- een hang naar vrijheid
Ben jij onze nieuwe?
- advocaat-partner ondernemingsrecht (transacties) en/of financieel recht
- advocaat-partner bestuursrecht
- advocaat-partner arbeidsrecht
Vier advocaten die plezier hebben in wat ze doen en doen waar ze plezier in hebben, dat is de indruk die het bezoek aan de advocaten van LOYR heeft achtergelaten. LOYR is opgericht in 2016 door Floris Havelaar, Jasper van Mens en Zabih Etemadi en staat cliënten bij op het gebied van ondernemingsrecht, vastgoedrecht en sportrecht. Met de recente overstap van Babs Dubois naar LOYR kwam daar arbeidsrecht bij. Wij spraken het vrolijke viertal om er achter te komen wat hen beweegt.
Interview rubriek Founders in Amsterdams Balie Bulletin, tekst: Mayk Koria en Victor van Campen
We vragen de advocaten wat hun doel is en wat LOYR volgens hen uit moet uitstralen. Havelaar: ‘We willen uitstralen dat wij een verfrissend kantoor met enthousiaste en betrokken personen zijn. Ons doel is het opbouwen van een lange termijn relatie met cliënten. Wij willen de vrijheid hebben om te ondernemen en ons niet in een keurslijf te wringen van omzet, targets en andere nare verplichtingen’. Van Mens vult aan: ‘Het gaat om plezier hebben in je werk. We zijn met z’n drieën begonnen op 20 vierkante meter, dan zit je bovenop elkaar en leer je elkaar echt kennen. Wij hebben het een jaar lang goed volgehouden met elkaar op die 20 vierkante meter.’ Al snel wordt het ons duidelijk dat de advocaten een hechte band met elkaar hebben. Dat Dubois zich later bij de heren heeft gevoegd is niet te merken. ‘Ik kan hun “intelligente” humor wel waarderen’, vertelt Dubois lachend.
Het begon toen Havelaar en Van Mens, beiden afkomstig van Van Diepen en Van der Kroef, met het idee speelden om samen iets op te zetten, omdat zij op een andere wijze de advocatuur wilden bedrijven. Havelaar: ‘Jasper en ik hadden het plan om met zijn tweeën voor ons zelf te beginnen en waren op zoek naar iemand met ervaring. Zabih en ik kennen elkaar van het voetballen, Zabih is oud-profvoetballer van Cambuur en FC Groningen.’ ‘Dat zeg je nu om jezelf naar een hoger niveau te praten!’, roept Etemadi. Lachend vervolgt Havelaar: ‘Oké, Zabih ging op een veel lager niveau voetballen en daar leerden we elkaar kennen. Ik vroeg aan hem hoe hij het had ervaren om een eigen kantoor op te richten en waar hij tegenaan liep, omdat ik met het idee speelde om dat ook te gaan doen. Zabih stelde voor om een keer te gaan lunchen en het er verder over te hebben. Toen vroeg hij, waarom gaan we niet samen iets beginnen? Dat leek mij een leuk idee. Later heb ik Zabih en Jasper met elkaar in contact gebracht en dat klikte. Nadat Jasper, Zabih en ik samen hadden geluncht is het idee geboren om met zijn drieën te beginnen.’
Reclamebureau
De naam LOYR is door de heren samen met een reclamebureau bedacht. Het is geen gemakkelijk proces geweest om de naam te bedenken, gaven de heren toe. Van Mens: ‘We werden helemaal gek van elkaar omdat we er zelf niet uit kwamen. Uiteindelijk hebben we een professioneel bedrijf ingehuurd die de naam voor ons zou bedenken. Die kwamen na een tijdje met de naam LOYR. De woordspeling vinden wij grappig en de naam is op internet uniek.’
Voor de advocaten van LOYR is vrijheid in het werk van groot belang. Van Mens: ‘Je moet de advocatuur echt leuk vinden. Het is belangrijk dat je om die reden met plezier naar het werk gaat. Echter, als je een dag echt geen zin hebt in het werk, dan hoef je niet te werken. Die ruimte geven wij elkaar. Als het waait, ga ik kitesurfen en werk ik zo nodig ‘s avonds nog even. Dat is het idee. We hebben ook voor Babs gekozen omdat zij er hetzelfde in zit. Babs vindt de advocatuur leuk, dat is de basis.’ Dubois bevestigt: ‘Die mindset miste ik in mijn vorige baan. Ik probeer nu zelf die vrijheid te houden. Als het waait, dan gaat het raam open en zie ik Jasper kijken: kan ik al?’. Letterlijk en figuurlijk beoefenen de advocaten van LOYR dus een vrij beroep. ‘En ook wat betreft hoe je je eigen cliënten wil bedienen, ook daarin hebben wij nu meer ruimte. Ik merk aan cliënten dat zij het enorm waarderen dat wij onze dienstverlening aan hun manier van werken aanpassen’, vertelt Dubois.
In ons gesprek komen ook de aspecten van het ondernemen als advocaat aan bod. Etemadi: ‘Inmiddels zijn wij zijn allemaal zelf ondernemers geworden. Wij merken dat cliënten zich door ons beter begrepen voelen omdat wij als ondernemers vaak dezelfde ervaring delen.’ Het ondernemen gaat de advocaten naar eigen zeggen goed af.
Stramien
We vragen wat het verschil is tussen het runnen van een eigen advocatenkantoor en werken in een grote organisatie. Dubois: ‘Bij een grote organisatie ben je slechts een onderdeel van het geheel en werk je in een stramien. Hierdoor was ik het soms niet eens met de gang van zaken binnen de organisatie of moest ik dingen doen waar ik zelf niet achter stond. Dat is nu gelukkig voorbij. Wij zitten nu zelf achter de knoppen. Als je iets niet zint dan zet je dat naar eigen hand.’ Havelaar: ‘Verder is het verschil dat ik nu mijn eigen cliënten moet aantrekken. In het verleden kwamen de cliënten binnen via de organisatie. Nu komen cliënten bij mij, omdat ze graag door mij geholpen willen worden. Dat is een fijn begin van de samenwerking. Een deel van het vertrouwen van de cliënt heb je dan al. De uitdaging ligt er dan in om het vertrouwen te behouden.’
Hoe ziet de toekomst er volgens de oprichters uit? Havelaar: ‘Babs is er bijgekomen voor de arbeidsrechtszaken die binnenkwamen en die we eerder aan andere kantoren gaven. Wij merken dat er vraag is naar bestuursrecht. Om onze cliënten beter te bedienen zijn wij onder andere op zoek naar een advocaat bestuursrecht. Maar ons doel is niet om te groeien om het groeien.’ Van Mens: ’Tegelijkertijd lopen we er nu al tegenaan dat onze praktijken te groot lijken te worden. Als het zo door gaat, dan werken wij ons over een tijdje een slag in de rondte. De vraag is: moet je meer willen? Wij hebben nu vrijheid, cliënten zijn blij met ons en we gaan met veel plezier naar ons werk. Het klinkt wellicht ambitieloos, maar wat zou je dan nog meer wensen?’ Havelaar: ‘Het is fijn om te kunnen vaststellen dat we gelukkig zijn met hoe het nu gaat. De komende tijd zal het een uitdaging voor ons zijn om verder te bouwen aan LOYR, zonder daarbij onszelf voorbij te lopen.’
LOYR heeft al haar cliënten een enquête gestuurd. Velen hebben de tijd en moeite genomen die enquête in te vullen. De kwaliteit van onze dienstverlening wordt als zeer goed beoordeeld, namelijk met een 9.
Wij danken al onze cliënten voor de feedback en gaan aan de slag met verbeterpunten. Overigens stellen we feedback altijd op prijs! Een 9 is geweldig, maar waar we een 10 kunnen halen, gaan we graag voor de 10.
Met trots kondigen wij aan dat Babs Dubois-Van Kleef zich vanaf 1 maart 2018 als partner arbeidsrecht heeft aangesloten bij LOYR in Amsterdam.
Babs heeft in 2009 de Grotius specialisatieopleiding Arbeidsrecht met succes afgerond. Zij voert een algemene arbeidsrechtelijke praktijk en heeft onder andere ruime proces- en advieservaring op het gebied van individueel – en collectief ontslagrecht, arbeidsvoorwaarden, medezeggenschapsrecht en overgang van onderneming. Daarnaast heeft Babs zich in 2017 verdiept in privacy op de werkvloer. Over dit onderwerp geeft zij regelmatig cursussen. Babs heeft zich naast het arbeidsrecht tevens gespecialiseerd op het gebied van sport en recht. Babs is onder meer lid van de tuchtcommissie van de Judo Bond, van de IJF (mondiale judobond) en van de Centrale Commissie van Beroep voor Toetsing van de Academie voor Sportkader. Sinds juni 2017 is zij tevens lid van het bestuur van Stichting Sportsupport Kennemerland.
Wij zijn trots met de komst van Babs en we zijn ervan overtuigd dat zij een versterking is van ons team.
Floris Havelaar, specialist op het gebied van vastgoedrecht, wordt regelmatig gevraagd voor lezingen. Onlangs gaf hij een presentatie over woonfraude, nu voor ongeveer 30 zeer geïnteresseerde studenten. Verschillende onderwerpen kwamen aan bod, zoals onbevoegde onderverhuur (onder andere via Airbnb) en hennepkwekerijen.
De afgelopen jaren verhuur via Airbnb een enorme vlucht genomen. ‘Het is nu bijna niet voor te stellen dat een woningcorporatie en de gemeente Amsterdam in 2015 nog hun twijfels uitten over de onwenselijkheid van die vorm van verhuur, waarbij expliciet het voordeel werd genoemd dat personen met financiële problemen op die wijze wellicht deze problemen zouden kunnen aanpakken. Dit staat in schril contrast met het plan dat de PvdA in november 2017 presenteerde om Airbnb in Amsterdam helemaal te verbieden, omdat verhuur via Airbnb tot enorme overlast en toename van handhavingskosten heeft geleid. Floris: ‘Een dergelijk verbod zal het probleem echter niet of nauwelijks oplossen en alleen maar verplaatsen. Het is dan namelijk nog steeds toegestaan om een deel van een woning (onder) te verhuren als ‘Bed & Breakfast.”
Voorkomen onbevoegde onderverhuur
Floris legde uit op welke manier een verhuurder onbevoegde onderverhuur zoveel mogelijk kan voorkomen. Belangrijk is het onderhuurverbod goed te specificeren en huurder te verplichten zijn hoofdverblijf in het gehuurde te hebben.
Verder ging hij in op de vraag of een boetebepaling in de huurovereenkomst zin heeft en of de winst kan worden gevorderd die huurder heeft gemaakt met het onbevoegd onderverhuren van een woning.
Ook ging Floris in op de relevante jurisprudentie op het gebied van Vereniging van Eigenaren. Hij gaf antwoord op de vraag of het nu wel of niet is toegestaan om binnen een Vereniging van Eigenaren (onder) te verhuren via Airbnb.
Hennepkwekerij
Tot slot de hennepkwekerij. Welke problemen doen zich voor als een eigenaar een hennepkwekerij aantreft in een verhuurde woning? Hoe kan dit zoveel mogelijk worden voorkomen – en als het dan toch gebeurt – op welke wijze kan de schade volledig op huurder worden verhaald? Het screenen van de huurder vóór het sluiten van een huurovereenkomst en de risico’s vervolgens zoveel mogelijk bij huurder leggen in de huurovereenkomst, voorkomt in dit verband veel problemen.
Vragen?
Heb je na het lezen van dit artikel vragen, neem dan gerust contact op met Floris Havelaar. Floris is onder meer gespecialiseerd op het gebied van vastgoedrecht. Hij is te bereiken via telefoonummer 020 820 44 67 of per e-mail: havelaar@loyr.nl.