WOZ-waarde en puntentelling: juridisch spanningsveld onder de Wet Betaalbare Huur
Op 1 juli 2024 trad de Wet Betaalbare Huur in werking. Deze wet heeft kort samengevat als doel de huurprijzen in de gereguleerde sector betaalbaar te houden en scherpt daarom het puntensysteem van het woningwaarderingsstelsel (WWS) aan. Sinds de inwerkingtreding van de wet is het woningwaarderingsstelsel (WWS) dwingend van toepassing op (bepaalde) bestaande huurcontracten. Daarmee staat één knelpunt nadrukkelijk op de voorgrond: de rol van de WOZ-waarde in de puntentelling.
Als een verhuurder een woning herstelt of verbetert, kan hij via een bezwaarprocedure proberen een hogere WOZ-waarde te verkrijgen, hetgeen kan leiden tot een betere puntenscore en daarmee een hogere toegestane huurprijs. Dit legt de nadruk op een belangrijk punt: alleen de op het moment van toetsing formeel vastgestelde WOZ-waarde telt. Lopende en (nog) niet-definitieve bezwaren tellen niet mee. Daarnaast kan een later toegekende hogere WOZ-waarde pas bij een volgende huurverhoging worden verwerkt en alleen als dat binnen de wettelijke kaders gebeurt.
Deze systematiek botst in de praktijk met de timing van bezwaarprocedures, waardoor verhuurders soms langdurig vastzitten aan een lagere huurprijs, ondanks een inmiddels toegewezen hogere WOZ-waarde. Met het aflopen van de overgangstermijn op 1 juli 2025 — waarin tijdelijk geliberaliseerde huurcontracten nog buiten het WWS vielen — zal dit spanningsveld naar verwachting toenemen. Vanaf dat moment vallen ook deze huurcontracten onder de puntentelling, hetgeen voor veel (ver)huurders gevolgen kan hebben voor de toegestane huurprijs.
Heb jij hier vragen over of wil je juridisch advies? Neem dan contact op met Chris de Moor of met Floris Havelaar.