Invoering van het Belastingplan voor het jaar 2023 en andere wetwijzingen

De Eerste Kamer heeft ingestemd met het pakket Belastingplan 2023. De belangrijkste wijzigingen zijn:

– verhoging van de arbeidskorting;
– verlaging van het tarief in de eerste schijf in de inkomstenbelasting;
– verhoging van het opstaptarief van de vennootschapsbelasting;
– verhoging van de vliegbelasting.

Ook wordt een aantal regelingen afgeschaft. 

Arbeid en inkomen

Verlaging tarief eerste schijf en verhoging arbeidskorting
Per 1 januari 2023 wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd ter verbetering van de positie van werkenden. Zo wordt de eerste schijf (tot € 73.031,00) van de inkomensbelasting voor belastingplichtigen met een inkomen uit werk en woning verlaagd naar 36,93%. Ook is de arbeidskorting sinds 1 januari 2023 verhoogd voor mensen met een inkomen tussen de € 37.697,00 en € 115.301,00. Werkenden houden aan de verlaging van de eerste schijf maximaal € 102,00 netto over en aan de verhoging van de arbeidskorting zo’n € 500,00 per jaar. Dit maximale netto voordeel van de extra verhoging wordt bereikt bij een inkomen rond € 37.000. Bij een lager respectievelijk hoger inkomen is het netto voordeel kleiner. Bij een arbeidsinkomen van € 115.000 is de arbeidskorting in 2023 nul.

Om dit te bekostigen wordt de arbeidskorting wel sneller afgebouwd bij inkomens vanaf € 37.697,00 namelijk met 6,51% van het arbeidsinkomen.

Reiskosten- en thuiswerkvergoeding
De onbelaste reiskostenvergoeding wordt per 1 januari 2023 verhoogd van 19 cent naar 21 cent per kilometer. Zo kun je voor te maken reiskosten een hoger bedrag (onbelast) vergoed krijgen. Daarnaast stijgt de fiscale vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding van € 2,00 naar € 2,15.

Aandelen van start- of scale-up?
Sommige werknemers van een start-up of scale-up ontvangen aandelenopties van hun werkgever in plaats van loon. Zij kunnen vanaf 2023 kiezen wanneer zij daarover belasting betalen. Als de aandelen verhandelbaar worden, of al eerder als de aandelen nog niet verhandelbaar zijn.

Zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren stapsgewijs afgebouwd, om zo het verschil in de fiscale behandeling van werknemers en zzp’ers te verkleinen. In 2023 wordt deze verlaagd van € 6.310,00 naar € 5.030,00.

Vereenvoudiging belastingstelsel
Daarnaast worden stappen gezet om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Zo vervallen per 1 januari 2023 de middelingsregeling en de uitzondering gebruikelijk-loonregeling voor innovatieve start-ups. Vanaf 2023 kunnen ondernemers hun fiscale oudedagsreserve niet meer verder opbouwen. Ze kunnen de fiscale oudedagsreserve nog wel omzetten in een lijfrente.

Ondernemen

Beperking lenen van eigen vennootschap
Vanaf 1 januari 2023 wordt het excessief lenen bij de eigen vennootschap beperkt om zo belastinguitstel tegen te gaan. Met ingang van het nieuwe jaar gaan aanmerkelijkbelanghouders inkomstenbelasting in box 2 betalen over leningen van de eigen vennootschap van meer dan € 700.000,00.

Wijziging vennootschapsbelasting
Per 1 januari 2023 worden voor de vennootschapsbelasting de schijven en het opstaptarief aangepast. Zo wordt de eerste tariefschijf verkort van € 395.000,00 naar € 200.000,00. Daarnaast wordt het belastingtarief in de eerste schijf verhoogd van 15% naar 19%. Het tarief in de tweede schijf blijft 25,8%.

Verruiming vrije ruimte werkkostenregeling
Ook wordt een aantal maatregelen ingevoerd om de lasten van ondernemers te verlagen en investeringen aantrekkelijker te maken. Zo wordt in 2023 de vrije ruimte in de werkkostenregeling tot een loonsom van € 400.000,00 tijdelijk verruimd naar 3%. Voor het meerdere geldt een vrije ruimte van 1,18%.

Milieu-investeringsaftrek
Om te zorgen dat bedrijven blijven investeren, worden de milieu-investeringsaftrek met ingang van 2023 met € 100 miljoen per jaar en de energie-investeringsaftrek met € 50 miljoen per jaar verhoogd.

30%-procentregeling
Vanaf 2023 moet je kiezen of je de zogenoemde extraterritoriale kosten (huisvestingskosten en levensonderhoud) op basis van werkelijke kosten (op declaratiebasis) vergoedt of op basis van de 30-procentregeling. Je moet deze keuze maken in het eerste loontijdvak van het kalenderjaar waarin je de extraterritoriale kosten aan je werknemer vergoedt. Deze keuze geldt dan voor het hele kalenderjaar.

Vanaf 1 januari 2024 geldt bij de toepassing van de 30%-regeling dat het maximumbedrag dat gericht kan worden vrijgesteld, niet meer dan de zogenoemde Balkenendenorm (€ 216.000) mag bedragen. Het maximale voordeel van de 30%-regeling bedraagt per werknemer dan (30% * € 216.000/12 maanden =) € 5.400 per maand. Voor het aftoppen van het loon geldt een overgangsregeling. Als de 30%-regeling in de loonverwerking van december 2022 wordt toegepast, geldt de aftopping pas per 1 januari 2026. Zorg dus dat je dit te zijner tijd tijdig regelt!

Vermogen en wonen

Voor mensen met vermogen in box 3 verandert de wijze waarop wordt berekend of en zo ja, hoeveel belasting zij betalen. Uitgegaan wordt van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden en hierbij worden rendementspercentages gebruikt die dicht bij de echte percentages voor sparen, beleggen of lenen liggen. Het heffingsvrij vermogen wordt verhoogd naar € 57.000,00. Het belastingtarief dat mensen betalen over het vermogen gaat in 2023 omhoog naar 32% (was 31%).

Per 1 januari 2023 wordt de aftrek van periodieke giften begrensd tot € 250.000,00 per kalenderjaar, voor zowel een schenker als een fiscale partner gezamenlijk. Tot 2023 was het mogelijk om onbeperkt periodieke giften aan algemeen nut beogende instellingen af te trekken van de belasting. Bij dergelijk zeer hoge periodieke giften kan het belastbaar inkomen sterk worden verminderd of zelfs tot nul worden teruggebracht. Dit vindt het kabinet niet wenselijk.

Om de woningmarkt te verbeteren en vermogensongelijkheid te verminderen, gaat de schenkingsvrijstelling eigen woning per 1 januari 2023 omlaag naar € 28.947,00. Per 1 januari 2024 wordt de schenkingsvrijstelling eigen woning helemaal afgeschaft.

Daarnaast wil het kabinet de positie van starters en doorstromers op de woningmarkt verbeteren. Daarom wordt de woningwaardegrens van de startersvrijstelling per 1 januari 2023 verhoogd van €400.000,00 naar €440.000,00. Door de startersvrijstelling betalen huizenkopers jonger dan 35 jaar eenmalig geen overdrachtsbelasting voor de aankoop van een woning waarin ze zelf gaan wonen. Tegelijkertijd verhoogt het kabinet het tarief voor de overdrachtsbelasting voor kopers die de woning niet zelf gaan bewonen, van 8% naar 10,4%.

Ook wordt het eigenwoningforfait in 2023 verlaagd tot 0,35% voor woningen tussen de € 75.000,00 en € 1.200.000,00. Het eigenwoningforfait is een bedrag dat bij een belastingaangifte bij uw inkomen wordt opgeteld als u een koopwoning heeft. De afbouw van het eigenwoningforfait vond plaats in drie gelijke stappen vanaf 2020.

Ook de verhuurderheffing wordt afgeschaft. Door het afschaffen van de verhuurderheffing krijgen woningcorporaties meer ruimte om te investeren in sociale huurwoningen.

Klimaat

Per 1 januari 2023 wordt de vliegbelasting verhoogd van € 7,95 naar € 26,43 per vliegticket. Dit geldt zowel voor tickets voor korte afstanden als lange afstanden. Hiermee wil het kabinet stimuleren dat mensen. vaker kiezen voor de trein in plaats van het vliegtuig en de CO2-uitstoot door vliegen verminderen.

De btw op zonnepanelen wordt per 1 januari 2023 afgeschaft voor particulieren. De administratieve lasten op de aanschaf van zonnepanelen worden hierdoor verminderd en de aankoop van zonnepanelen gestimuleerd.

Auto’s

Op het gebied van autobelastingen vindt in 2023 een aantal wijzigingen plaats. Zo worden de CO2-grenzen en tarieven in de bpm voor personenauto’s per 1 januari 2023 aangepast op de verwachte technologische ontwikkeling van personenauto’s.

Per 2023 wordt ook de catalogusprijs waarover korting in de bijtelling voor emissievrije personenauto’s van toepassing is verlaagd van € 35.000,00 naar € 30.000,00. De korting op de bijtelling voor emissievrije personenauto’s over 2023 is daardoor maximaal € 1.800,00.