Hoe zit het ook alweer met de aanzegverplichting?
Sinds 1 januari 2015 is in de wet de plicht voor werkgever opgenomen werknemer uiterlijk één maand voor het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te informeren over de keuze de overeenkomst al dan niet te verlengen en zo ja, onder welke voorwaarden. Het doel van deze zogenoemde “aanzegverplichting” is werknemer eerder duidelijkheid te geven over de vraag of diens arbeidsovereenkomst wordt voortgezet of dat hij of zij op zoek naar een andere baan moet gaan.
Schriftelijk
In de wet is expliciet opgenomen dat werknemer schriftelijk moet worden geïnformeerd over het wel of niet verlengen van zijn arbeidsovereenkomst. In eerdere jurisprudentie heeft de kantonrechter al geoordeeld dat een mondelinge aanzegging in ieder niet voldoende is, ook niet als werkgever kan bewijzen dat zij op tijd aan de aanzegverplichting heeft voldaan. Een aanzegging via Whatsapp is door een kantonrechter in Amsterdam wel akkoord gevonden.
Hoge Raad
Eind vorig jaar heeft de Hoge Raad zich over het schriftelijkheidsvereiste met betrekking tot de aanzegverplichting uitgelaten. Het ging hier om de vraag of een beroep op verschuldigdheid van de aanzegvergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is in een geval waarin werkgever mondeling heeft aangezegd in plaats van schriftelijk en werknemer daardoor geen nadeel heeft geleden (art. 6:248 lid 2 BW).
In deze zaak ging het om een werknemer die voor bepaalde tijd in dienst was van een betonleverancier. Werkgever heeft werknemer een maand voordat het dienstverband van rechtswege zou eindigen tijdens een gesprek laten weten dat zijn arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. Werknemer is aansluitend aan het dienstverband bij een andere werkgever in dienst getreden. Toch maakt werknemer aanspraak op de aanzegvergoeding, omdat werkgever niet schriftelijk had aangezegd.
De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen. De kantonrechter overwoog dat werkgever helder en ondubbelzinnig had meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. Het was volgens de kantonrechter ook duidelijk voor werknemer, want hij was gaan solliciteren naar een andere baan en had deze ook op tijd gevonden. Werknemer had dus geen nadeel ondervonden van de mondelinge aanzegging.
In hoger beroep oordeelde het hof echter anders: de aanzegverplichting had schriftelijk moeten gebeuren. Door alleen mondeling aan te zeggen, is werkgever een aanzegvergoeding verschuldigd.
De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof en is duidelijk over de verplichting van werkgever schriftelijk aan te zeggen:
“De regeling van de aanzegplicht in art. 7:668 BW is van dwingend recht. Die bepaling beoogt de positie van de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aldus te versterken dat hij door middel van een schriftelijke aanzegging tijdig duidelijkheid verkrijgt over het al dan niet voortzetten van zijn arbeidsovereenkomst. Daarbij heeft de wetgever er bewust voor gekozen dat de werkgever die de plicht tot schriftelijke aanzegging niet naleeft, de aanzegvergoeding verschuldigd is. Uit een en ander valt af te leiden dat de aanzegvergoeding mede het karakter heeft van prikkel tot naleving van de plicht tot schriftelijke aanzegging. Met dat karakter strookt om aan te nemen dat de aanzegvergoeding steeds verschuldigd is bij niet-inachtneming van de schriftelijkheidseis, ook indien voor de werknemer langs andere weg duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet of de werknemer geen nadeel heeft geleden door het niet naleven van de schriftelijkheidseis.”
Conclusie en advies
De Hoge Raad bevestigt de wettelijke verplichting schriftelijk aan te zeggen. Een mondelinge aanzegging is niet voldoende. Ook niet als werkgever kan bewijzen dat zij mondeling heeft aangezegd en werknemer geen nadeel van de mondelinge aanzegging heeft ondervonden.
We zien vaak dat werkgevers slecht nieuws, zoals het niet-verlengen van een arbeidsovereenkomst, graag in een persoonlijk gesprek aan een werknemer vertellen. Blijf dit vooral ook doen, maar vergeet niet dit daarna schriftelijk te bevestigen!