Van grote werkgevers wordt veel verwacht ten aanzien van de herplaatsing

Tenzij werknemer met het ontslag instemt, heeft werkgever een voldragen redelijke grond voor ontslag nodig, zoals een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie of langdurige ziekte. Daarbovenop moet werkgever onderzoeken of werknemer in een andere passende functie te herplaatsen is. Deze verplichting geldt ook als de functie passend te maken is met extra scholing.

Voor de herplaatsingsplicht geldt dat het gaat om dat wat in de gegeven omstandigheden in redelijkheid van werkgever kan worden verlangd. Dat is nog best veel, blijkt uit een uitspraak waarin een ontbindingsverzoek van de Staat is afgewezen omdat het Rijk niet voldoende aan haar herplaatsingsverplichting had voldaan.

Feiten

Werknemer is sinds 19 maart 1986 in dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Sinds 2008 heeft werknemer telkens verschillende min of meer tijdelijke functies vervuld. Op 9 maart 2022 heeft werknemer zich ziekgemeld. Na 18 maart 2022 heeft hij geen werkzaamheden meer verricht.

Verzoek van de Staat en verweer werknemer

De Staat heeft de rechtbank verzocht de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van het feit dat de arbeidsovereenkomst inhoudsloos zou zijn geworden. Werknemer heeft volgens de Staat de afgelopen jaren geen reguliere functie bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken uitgevoerd, terwijl de Staat wel gepoogd heeft werknemer naar een geschikte functie te begeleiden. De Staat is van oordeel dat, na vier jaren van tevergeefse pogingen tot het vinden van een geschikte functie, in redelijkheid niet langer van haar kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Werknemer stelt dat het verzoek moet worden afgewezen omdat de Staat onvoldoende aan haar herplaatsings- en re-integratieverplichtingen heeft voldaan.

De beoordeling

Omdat werknemer geen (vaste) functie heeft, lopen in dit geval de re-integratieverplichtingen en de herplaatsingsverplichtingen van de Staat parallel aan elkaar. Volgens de kantonrechter heeft de Staat niet aangetoond dat zij een actieve rol ten aanzien van de herplaatsingsverplichting heeft ingenomen. Hoewel de Staat wel een zekere begeleiding aan werknemer heeft aangeboden, is haar rol beperkt gebleven. De Staat heeft onvoldoende laten blijken er actief op aan te sturen dat werknemer in een andere passende functie zou kunnen worden herplaatst. Een rol hierbij speelt ook de aard van de organisatie. De Staat heeft volgens de kantonrechter immers een breed scala aan verschillende functie in verschillende functiegroepen. De kantonrechter acht het dan ook onaannemelijk dat voor werknemer geen passende functie beschikbaar zou zijn ergens binnen de Rijksoverheid, al dan niet met extra scholing.

De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de Staat zich onvoldoende heeft ingespannen om aan haar herplaatsingsverplichting te voldoen, en daarmee ook aan haar re-integratieverplichtingen. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst om die reden niet.

Conclusie

Uit het bovenstaande blijkt dat werkgever zich voldoende moet inspannen om een werknemer te begeleiden in het vinden van een andere passende functie binnen de organisatie. Van werkgever wordt meer verwacht dan het slechts wijzen op bestaande vacatures. Werkgever moet een actieve rol aannemen.

Zeker als werkgever over een breed scala aan verschillende functies beschikt, is het belangrijk dat dat werkgever voldoende aannemelijk maakt dat zij zich voldoende heeft ingespannen om werknemer zo goed mogelijk te begeleiden bij het herplaatsingstraject.

Als je vragen hebt over dit artikel of anderszins met een arbeidsrechtelijke vraag zit, neem dan contact op met Babs Dubois of Hannah Brenninkmeijer via 020 820 44 67 of via dubois@loyr.nl of brenninkmeier@loyr.nl