Verhuurders en huurders opgelet!
Op 1 mei 2021 is de ‘Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten’ in werking getreden. Deze wet is een onderdeel van een pakket aan maatregelen om starters op de woningmarkt en middeninkomens te helpen een betaalbare huurwoning te vinden. Het woningtekort met het negatief effect van de coronacrisis is de aanjager geweest van deze wet.
Op grond van deze wet kunnen de huurprijzen van geliberaliseerde huurwoningen sinds 1 mei 2021 jaarlijks maximaal met het niveau van de inflatie plus 1% stijgen. In de praktijk betekent dit voor 2021 een toegestane huurverhoging van ten hoogste 2,4%.
De wet heeft tot gevolg dat individuele afspraken tussen verhuurder en huurder over huurprijsverhoging met ingang van 1 mei 2021 niet langer geldig zijn. Een beding in een bestaande huurovereenkomst waar een hoger percentage is afgesproken is sindsdien ‘nietig’. Dat betekent dat de afspraak ongeldig is voor zover deze hoger is dan het maximaal toegestane percentage. Deze nieuwe regel geldt zowel voor toekomstige als bestaande geliberaliseerde huurovereenkomsten. Wel geeft de wet een uitzondering als de verhuurder investeringen heeft gedaan die een woningververbetering tot gevolg hebben gehad. In dat geval mag de huurprijs met een bedrag hoger dan de inflatie plus 1% worden verhoogd, op voorwaarde dat de verhoging in redelijke verhouding staat tot de investeringskosten van de verhuurder.
De wet geldt voor een periode van drie jaar en dus tot 1 mei 2024. Na 2,5 jaar (eind 2023) volgt een evaluatie en kan tot eventuele verlenging worden besloten.