De NOW-3 is in werking getreden

Sinds 1 oktober 2020 geldt een nieuw steun- en herstelpakket, waarvan de NOW-3 onderdeel uitmaakt. Het doel van de NOW-3 is gelijk gebleven aan die van de eerdere NOW-regelingen, te weten behoud van werkgelegenheid door middel van vergoeding van een deel van de loonkosten, afhankelijk van de hoogte van je omzetverlies.

Looptijd en aanvraag
De NOW-3 heeft een looptijd van in totaal negen maanden, verdeeld over drie gelijke tijdvakken van drie maanden. De regeling eindigt daarmee op 1 juli 2021.

Je kunt de regeling van 16 november 2020 tot 13 december 2020 met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2020 voor het eerste tijdvak aanvragen. Voor het tweede tijdvak van de NOW-3 kun je de regeling in de periode van 15 februari tot en met 14 maart 2021 aanvragen en voor de derde van 17 mei tot en met 13 juni 2021.

  • Let op: de NOW 3.0 staat ook open voor ondernemers die geen gebruik hebben gemaakt van de NOW 1.0 of van de NOW 2.0.

Minimale hoogte van het omzetverlies
Tijdens het eerste tijdvak (van 1 oktober 2020 tot 1 januari 2021) komen nog steeds alle bedrijven met een omzetdaling van ten minste 20% voor de regeling in aanmerking. Vanaf 1 januari 2021 wordt deze grens verhoogd naar 30%. Vanaf het tweede tijdvak is aanvraag van de NOW dus alleen nog toegankelijk voor bedrijven die 30% of meer omzetverlies lijden.

Vaststelling van de omzet
De omzetdaling wordt bepaald door een kwart van de jaaromzet van 2019 te vergelijken met de omzet in een door jou te kiezen periode van drie maanden. Ook voor het tweede en derde tijdvak van de NOW 3.0 is het volgens de overheid van belang aan deze referentieperiode van 2019 vast te blijven houden, omdat de omzet van dat jaar niet door de gevolgen van de COVID 19-crisis is vertekend.

Omzetperiodes dienen aan te sluiten
De startdatum van de door jou te kiezen periode ligt altijd op de eerste van de maand en de kalendermaand valt binnen het desbetreffende tijdvak. De omzetperiode begint dus altijd uiterlijk op de eerste dag van de derde kalendermaand binnen een tijdvak. Op die manier sluit de omzetberekening volgens de overheid beter aan bij bedrijven die te maken hebben met omzetverlies dat “na-ijlt”.

Als aan jouw onderneming reeds subsidie op basis van de NOW 2.0 is toegekend, moet de door jou te kiezen periode van omzetdaling aansluiten op de periode waarover deze is toegekend. Deze bepaling geldt voor alle tijdvakken van de NOW-3. Als je dus in opeenvolgende tijdvakken van de NOW-subsidie gebruik wil maken, moeten de door jou te kiezen omzetperiodes op elkaar aansluiten.

Hoogte tegemoetkoming
Het percentage dat je als tegemoetkoming in de loonkosten zult ontvangen, zal per tijdvak worden afgebouwd. In het eerste tijdvak (van 1 oktober 2020 tot 1 januari 2021) bedraagt het maximale vergoedingspercentage van de loonkosten 80%. Gedurende die periode mag je loonsom bovendien 10% dalen. In het tweede tijdvak (van 1 januari 2021 tot 1 april 2021) daalt de maximale vergoeding tot 70% en geldt een loonsomvrijstelling van 15%. In het derde tijdvak bedraagt de vergoeding maximaal 60% en bedraagt de loonsomvrijstelling 20%.

Geen korting in geval van ontslag
Dit betekent dat je werknemers op grond van bedrijfseconomische redenen mag ontslaan, zonder dat je op de subsidie wordt gekort. Zolang je werknemer in dienst is, ontvang je dus subsidie over de daadwerkelijke loonkosten over de periode van aanvraag. Als de loonsom van je bedrijf in het eerste tijdvak onverhoopt toch meer dan 10% is gedaald, stelt het UWV een lagere subsidie vast. Stel dat je loonsom met 20% daalt, dan geldt dat deze voor aanspraak op de regeling 10% te veel is gedaald. Alleen over die 10% wordt een lagere subsidiair toegekend, niet over de gehele 20% loonsomdaling. Concreet betekent dit dat voor elke euro die het UWV te veel heeft toegekend, je respectievelijk 80, 70 of 60 cent minder subsidie ontvangt, afhankelijk van het tijdvak waarin de subsidie is aangevraagd.

Geen korting bij uitblijven overeenstemming vakbond
Ook vervalt de korting van 5% op het gehele subsidiebedrag, die werd opgelegd als je bij een grotere ontslagaanvraag geen overeenstemming met de belanghebbende vakbonden of, bij gebreke daaraan, een andere werknemersvertegenwoordiging had bereikt.

Forfaitaire opslag van 40% blijft, maar de hoogte van het te vergoeden loon daalt
Gedurende de gehele periode blijft de forfaitaire opslag van 40%, zoals die ook gold bij de NOW 2.0 in stand. Het maximaal per werknemer te vergoeden loon zal in het eerste en tweede tijdvak gelijk blijven aan dat van de NOW 1.0 (en 2.0), te weten ten hoogste tweemaal het dagloon, neerkomend op € 9.538,00 bruto per maand.

In het derde tijdvak zal het maximaal te vergoeden loon worden verlaagd naar maximaal eenmaal het dagloon (€ 4.845,00 bruto per maand), zodat het beter aansluit bij de reguliere sociale zekerheid.

Voorschot
Net als bij NOW 1.0 en 2.0. zal eerst een voorschot van 80% van het subsidiebedrag worden betaald en bij de vaststelling van het definitieve subsidiebedrag de overige 20%. Het UWV zal de voorschotten van alle drie de tijdvakken op de loonsom van de maand juni 2020 baseren, zulks tenzij de polis-administratie van die maand nog niet gevuld. Dan gaat het UWV uit van de loonsom van april 2020.

Geen dividend of bonus
Uitgangspunt blijft dat van bedrijven die een beroep op overheidssteun in het kader van de NOW doen mag worden verwacht dat zij alles in het werk stellen om hun financiële positie te versterken. Dit om de werkgelegenheid van hun bedrijf veilig te stellen en een buffer voor de toekomst op te bouwen. Daarom mag je geen bonussen of dividend uitkeren of eigen aandelen inkopen, zolang je van de subsidie gebruik maakt.

Van werk naar werk
In de NOW-3 is een nieuwe inspanningsverplichting opgenomen die je, als je van de subsidie gebruik maakt en je gebruik maakt van de ruimte tot loonsomdaling, verplicht je in te spannen je werknemers zo snel en soepel mogelijk aan nieuw werk te helpen.  Concreet wordt van je verwacht dat je in geval van ontslag, via het door het UWV geopende telefoonnummer ter zake de NOW, contact met UWV opneemt voor ondersteuning bij de begeleiding van werk naar werk, als je een ontslagaanvraag op de grond van bedrijfseconomische omstandigheden indient. Als je de subsidie hebt aangevraagd zal het UWV controleren of je ook om een ontslagvergunning op bedrijfseconomische omstandigheden hebt verzocht en zo ja, of je contact met het UWV hebt opgenomen voor de begeleiding van werk naar werk. Als het UWV vaststelt dat je dat hebt verzuimd, zal het de subsidie met 5% korten.

Tot slot
Het derde steunpakket is in verband met de verplichte sluiting van de horeca uitgebreid. Samen met enkele honderden evenementenondernemers ontvangen zij een eenmalige vergoeding voor gemiste inkomsten. Ook de tegemoetkoming voor de vaste lasten (TVL) wordt uitgebreid, zodat meer sectoren ervan gebruik kunnen maken.