Robotkunst of -tekst: inbreukmakend of niet?
In 2023 lijkt artificial intelligence (AI) meer dan hot. Ook is er op Europees niveau hard gewerkt aan wet-en regelgeving om de ontwikkeling van AI in goede banen te leiden (de AI Act) en streeft men naar een definitief akkoord in het najaar van 2023.
Veel media hebben het de laatste tijd over artificial intelligence softwareprogramma’s, zoals DALL-E, Midjourney, ChatGPT of Stable Diffusion. Ook wij krijgen met regelmaat IE-rechtelijke vraagstukken voorgelegd, waarin deze softwareprogramma’s een rol spelen. Maar hoe zit het nu eigenlijk met het juridische vraagstuk van auteursrechten rondom deze “robotkunst of -tekst”? Wanneer is dit inbreukmakend en wanneer niet?
Met de hiervoor genoemde softwareprogramma’s kan iedereen kunst of teksten laten maken in bijvoorbeeld de stijl van een bekende kunstenaar of auteur. Zo kun je met DALL-E een kunstwerk laten maken in de stijl van Dali. Dit is natuurlijk ontzettend geestig om te doen, maar vanuit juridisch oogpunt levert dit wel wat interessante vragen op. De AI-softwareprogramma’s genereren de output op basis van een getrainde dataset. Hoe zit het dan met de auteursrechten van de bestaande kunstenaars of auteurs waarop deze output is gebaseerd? En is de output als ‘werk’ ook zodanig creatief te noemen en daarmee wellicht auteursrechtelijk beschermd? En zo ja, wie is dan de rechthebbende?
AI-softwareprogramma’s inbreukmakend?
Een stijl is niet auteursrechtelijk beschermd. Iedereen mag een afbeelding maken ‘in de stijl van’ een bekende kunstenaar. Wat echter niet mag, is het overnemen van auteursrechtelijk beschermde elementen als gevolg waarvan de totaalindruk tussen beide werken overeenstemt.
Door een AI-softwareprogramma opdracht te geven om een werk te vervaardigen dat ‘in de stijl’ is van Dali, een andere kunstenaar of een auteur, kun je je beargumenteren dat de output geen inbreuk oplevert. De totaalindruk wijkt veelal ook op de kenmerkende elementen af van bestaande werken en zijn daarin geen auteursrechtelijk beschermde elementen overgenomen.
De AI-software in een dataset die al op kunstwerken of teksten is getraind. De vraag is natuurlijk hoe deze bestanden in die dataset terecht zijn gekomen. Als dit gaat om auteursrechtelijk beschermde werken en deze zijn overgenomen (en dus verveelvoudigd) zonder de toestemming van de maker(s), ligt het voor de hand dat die handeling wel inbreukmakend kan zijn op de auteursrechten van de kunstenaars wiens toestemming niet is verkregen.
Auteursrechten op de output?
Een andere vraag is of er op de output ook auteursrechten kunnen worden geclaimd. De input zelf (zoekopdracht) is over het algemeen daarbij niet creatief te noemen en daarmee lijkt het auteursrecht op de output dan ook direct van de baan. De Auteurswet gaat verder uit van een menselijke maker, zodat het ook om die reden zal stranden. Wel zou het kunnen dat de output nadien nog door een mens wordt bewerkt en daarbij zodanige creatieve keuzes worden gemaakt dat alsnog auteursrechtelijke bescherming kan ontstaan.
Een ander verhaal is de softwaretool zelf. Die kan best als zodanig auteursrechtelijk of octrooirechtelijk beschermd zijn. Een aantal van deze tools zijn inmiddels als AI-tool open source beschikbaar gesteld en kunnen door derden in commerciële zin worden toegepast. Robotkunst en -teksten zullen daarmee de komende tijd nog een veelbesproken onderwerp blijven in de media en de juridische wereld.
Mocht u vragen hebben rondom dit actuele thema, dan kunt u contact opnemen met Manita Hamberg, advocaat intellectuele eigendomsrechten en commerciële contracten bij LOYR.