Letter of Intent bindend of niet

De laatste tijd zie ik in mijn praktijk steeds vaker dat bij de (ver)koop van bedrijfsruimte een Letter of Intent (LOI) of een concept-koopovereenkomst feitelijk al een bindende koopovereenkomst vormt. Dit komt doordat bij de (ver)koop van bedrijfsruimte een koopovereenkomst in beginsel al tot stand komt zodra (mondeling) overeenstemming is over de essentialia, namelijk de partijen, de koopprijs en de leveringsdatum. Veel partijen zijn zich hiervan onvoldoende bewust.

Een koopovereenkomst van bedrijfsruimte hoeft bovendien niet schriftelijk gesloten te worden. Er geldt dus geen schriftelijkheidsvereiste, zoals dat het geval is bij aankoop van een woning (als de koper niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf).

Veel partijen denken daarnaast dat een LOI slechts een intentieverklaring is zonder juridische gevolgen. Echter, als in de LOI al de belangrijkste voorwaarden zijn vastgelegd zonder een duidelijk voorbehoud dat de koop pas definitief is na ondertekening van een schriftelijke overeenkomst door beide partijen, kan de rechter dit als een bindende koopovereenkomst beschouwen. Dit kan ertoe leiden dat een partij verplicht wordt tot levering over te gaan en/of schadevergoeding te betalen.

Om een dergelijke situatie te voorkomen, is het belangrijk om zorgvuldig te formuleren en expliciete voorbehouden op te nemen in een LOI of concept-koopovereenkomst. Heb jij hier vragen over of wil je juridisch advies? Neem dan contact met op met Chris de Moor of met Floris Havelaar.