The Founders – ‘Als het waait dan ga ik surfen’
Vier advocaten die plezier hebben in wat ze doen en doen waar ze plezier in hebben, dat is de indruk die het bezoek aan de advocaten van LOYR heeft achtergelaten. LOYR is opgericht in 2016 door Floris Havelaar, Jasper van Mens en Zabih Etemadi en staat cliënten bij op het gebied van ondernemingsrecht, vastgoedrecht en sportrecht. Met de recente overstap van Babs Dubois naar LOYR kwam daar arbeidsrecht bij. Wij spraken het vrolijke viertal om er achter te komen wat hen beweegt.
Interview rubriek Founders in Amsterdams Balie Bulletin, tekst: Mayk Koria en Victor van Campen
We vragen de advocaten wat hun doel is en wat LOYR volgens hen uit moet uitstralen. Havelaar: ‘We willen uitstralen dat wij een verfrissend kantoor met enthousiaste en betrokken personen zijn. Ons doel is het opbouwen van een lange termijn relatie met cliënten. Wij willen de vrijheid hebben om te ondernemen en ons niet in een keurslijf te wringen van omzet, targets en andere nare verplichtingen’. Van Mens vult aan: ‘Het gaat om plezier hebben in je werk. We zijn met z’n drieën begonnen op 20 vierkante meter, dan zit je bovenop elkaar en leer je elkaar echt kennen. Wij hebben het een jaar lang goed volgehouden met elkaar op die 20 vierkante meter.’ Al snel wordt het ons duidelijk dat de advocaten een hechte band met elkaar hebben. Dat Dubois zich later bij de heren heeft gevoegd is niet te merken. ‘Ik kan hun “intelligente” humor wel waarderen’, vertelt Dubois lachend.
Het begon toen Havelaar en Van Mens, beiden afkomstig van Van Diepen en Van der Kroef, met het idee speelden om samen iets op te zetten, omdat zij op een andere wijze de advocatuur wilden bedrijven. Havelaar: ‘Jasper en ik hadden het plan om met zijn tweeën voor ons zelf te beginnen en waren op zoek naar iemand met ervaring. Zabih en ik kennen elkaar van het voetballen, Zabih is oud-profvoetballer van Cambuur en FC Groningen.’ ‘Dat zeg je nu om jezelf naar een hoger niveau te praten!’, roept Etemadi. Lachend vervolgt Havelaar: ‘Oké, Zabih ging op een veel lager niveau voetballen en daar leerden we elkaar kennen. Ik vroeg aan hem hoe hij het had ervaren om een eigen kantoor op te richten en waar hij tegenaan liep, omdat ik met het idee speelde om dat ook te gaan doen. Zabih stelde voor om een keer te gaan lunchen en het er verder over te hebben. Toen vroeg hij, waarom gaan we niet samen iets beginnen? Dat leek mij een leuk idee. Later heb ik Zabih en Jasper met elkaar in contact gebracht en dat klikte. Nadat Jasper, Zabih en ik samen hadden geluncht is het idee geboren om met zijn drieën te beginnen.’
Reclamebureau
De naam LOYR is door de heren samen met een reclamebureau bedacht. Het is geen gemakkelijk proces geweest om de naam te bedenken, gaven de heren toe. Van Mens: ‘We werden helemaal gek van elkaar omdat we er zelf niet uit kwamen. Uiteindelijk hebben we een professioneel bedrijf ingehuurd die de naam voor ons zou bedenken. Die kwamen na een tijdje met de naam LOYR. De woordspeling vinden wij grappig en de naam is op internet uniek.’
Voor de advocaten van LOYR is vrijheid in het werk van groot belang. Van Mens: ‘Je moet de advocatuur echt leuk vinden. Het is belangrijk dat je om die reden met plezier naar het werk gaat. Echter, als je een dag echt geen zin hebt in het werk, dan hoef je niet te werken. Die ruimte geven wij elkaar. Als het waait, ga ik kitesurfen en werk ik zo nodig ‘s avonds nog even. Dat is het idee. We hebben ook voor Babs gekozen omdat zij er hetzelfde in zit. Babs vindt de advocatuur leuk, dat is de basis.’ Dubois bevestigt: ‘Die mindset miste ik in mijn vorige baan. Ik probeer nu zelf die vrijheid te houden. Als het waait, dan gaat het raam open en zie ik Jasper kijken: kan ik al?’. Letterlijk en figuurlijk beoefenen de advocaten van LOYR dus een vrij beroep. ‘En ook wat betreft hoe je je eigen cliënten wil bedienen, ook daarin hebben wij nu meer ruimte. Ik merk aan cliënten dat zij het enorm waarderen dat wij onze dienstverlening aan hun manier van werken aanpassen’, vertelt Dubois.
In ons gesprek komen ook de aspecten van het ondernemen als advocaat aan bod. Etemadi: ‘Inmiddels zijn wij zijn allemaal zelf ondernemers geworden. Wij merken dat cliënten zich door ons beter begrepen voelen omdat wij als ondernemers vaak dezelfde ervaring delen.’ Het ondernemen gaat de advocaten naar eigen zeggen goed af.
Stramien
We vragen wat het verschil is tussen het runnen van een eigen advocatenkantoor en werken in een grote organisatie. Dubois: ‘Bij een grote organisatie ben je slechts een onderdeel van het geheel en werk je in een stramien. Hierdoor was ik het soms niet eens met de gang van zaken binnen de organisatie of moest ik dingen doen waar ik zelf niet achter stond. Dat is nu gelukkig voorbij. Wij zitten nu zelf achter de knoppen. Als je iets niet zint dan zet je dat naar eigen hand.’ Havelaar: ‘Verder is het verschil dat ik nu mijn eigen cliënten moet aantrekken. In het verleden kwamen de cliënten binnen via de organisatie. Nu komen cliënten bij mij, omdat ze graag door mij geholpen willen worden. Dat is een fijn begin van de samenwerking. Een deel van het vertrouwen van de cliënt heb je dan al. De uitdaging ligt er dan in om het vertrouwen te behouden.’
Hoe ziet de toekomst er volgens de oprichters uit? Havelaar: ‘Babs is er bijgekomen voor de arbeidsrechtszaken die binnenkwamen en die we eerder aan andere kantoren gaven. Wij merken dat er vraag is naar bestuursrecht. Om onze cliënten beter te bedienen zijn wij onder andere op zoek naar een advocaat bestuursrecht. Maar ons doel is niet om te groeien om het groeien.’ Van Mens: ’Tegelijkertijd lopen we er nu al tegenaan dat onze praktijken te groot lijken te worden. Als het zo door gaat, dan werken wij ons over een tijdje een slag in de rondte. De vraag is: moet je meer willen? Wij hebben nu vrijheid, cliënten zijn blij met ons en we gaan met veel plezier naar ons werk. Het klinkt wellicht ambitieloos, maar wat zou je dan nog meer wensen?’ Havelaar: ‘Het is fijn om te kunnen vaststellen dat we gelukkig zijn met hoe het nu gaat. De komende tijd zal het een uitdaging voor ons zijn om verder te bouwen aan LOYR, zonder daarbij onszelf voorbij te lopen.’