Onderneming failliet? Voorkom van kwaad tot erger. Lees deze zes tips voor jou als bestuurder van een B.V.

Sinds het beëindigen van het Corona steunpakket van de overheid en de uitbraak van de oorlog in de Oekraïne neemt het aantal faillissementen toe. Omdat veel bedrijven de door hen uitgestelde belastingverplichtingen alsnog zullen moeten voldoen, zij daarbovenop een deel van de door hen ontvangen NOW-regeling zullen moeten terugbetalen en de prijzen van onder meer energie door de inflatie hoger zijn, is de verwachting dat de stijgende lijn in het aantal faillissementen zal aanhouden. Volgens de faillissementsvooruitzichten van kredietverzekeraar Atradius zal het aantal faillissementen in 2023 met nog eens 19% toenemen.

Dit artikel is geschreven voor bestuurders van bedrijven die met een mogelijk faillissement van hun onderneming rekening moeten houden. Een faillissement van een onderneming is niet alleen erg voor de onderneming en haar medewerkers, maar kan bovendien ook nog vergaande negatieve consequenties hebben voor jou als bestuurder, ook privé. Een curator kan een bestuurder bijvoorbeeld in persoon aansprakelijk stellen. Hierna geven we een aantal tips waarmee het bestuur van een vennootschap rekening moet houden.

1. Jaarrekeningen op tijd deponeren

De curator heeft een aantal manieren om een bestuurder in privé aan te spreken voor de schade die de vennootschap of schuldeisers hebben geleden. In het algemeen is dit niet eenvoudig, maar in het geval dat je de jaarrekeningen van de vennootschap niet op tijd bij de Kamer van Koophandel hebt gedeponeerd, dan staat de aansprakelijkheid van jou als bestuurder vast en wordt vermoed dat het te laat deponeren van de jaarrekeningen een belangrijke oorzaak is van het faillissement. In dat geval is het voor een curator relatief eenvoudig je succesvol aansprakelijk te stellen voor het tekort in het faillissement. Je kunt je dan slechts verweren door te bewijzen dat een andere belangrijke van buiten komende omstandigheid de oorzaak is van het faillissement. Dit vermoeden moet je dus met bewijs weerleggen. Om niet in deze lastige (bewijs)positie terecht te komen, is het voor bestuurders dus van belang de jaarrekeningen steeds op tijd te deponeren. 

2. Betalingsonmacht melden bij de belastingdienst

Als de onderneming niet langer in staat is om de belastingen of (pensioen)premies aan de fiscus te voldoen dan moet je dat als bestuurder zo spoedig mogelijk melden bij de Belastingdienst. Als je dat niet (tijdig) doet, loop je het risico in privé aansprakelijk te worden gesteld voor niet-betaalde belastingverplichtingen en niet afgedragen (pensioen)premies. In geval van het niet op tijd melden van betalingsonmacht, wordt namelijk vermoed dat het niet-betalen van de belastingschuld aan de bestuurders te wijten is. Net zoals bij het niet-tijdig deponeren van de jaarrekeningen dient de bestuurder dit vermoeden met bewijs te weerleggen. Dit is in de praktijk vaak lastig. Daarom is het van belang betalingsonmacht op tijd te melden.

3. Controleer rekening-courant verhoudingen

Een bestuurder heeft vaak vorderingen op of schulden aan de vennootschap. Hetzelfde geldt voor moeder-, zuster- of dochtervennootschappen die tot dezelfde groep behoren. Als je bijvoorbeeld als bestuurder een rekening-courantschuld hebt aan de vennootschap die failliet is, zal de curator deze rekening-courant schuld vroeg of laat opeisen. In dat geval moet je meestal de gehele schuld terugbetalen. Ben je als bestuurder, of als gelieerde vennootschap, niet in staat deze schuld te voldoen, dan zal de curator doorgaans het faillissement van jou, of van de gelieerde vennootschap, aanvragen. Dit is een onwenselijk gevolg van het faillissement waarmee veelal onvoldoende rekening wordt gehouden.

4. Kijk uit met betalingen (aan jezelf) vlak voor faillissement

Als bestuurder mag je in beginsel zelf bepalen wie van de crediteuren de vennootschap eerst betaalt en wie nog even niet. Dit uitgangspunt verandert zodra het bestuur serieus rekening met een naderend faillissement van de vennootschap moet houden. Als een faillissement van de vennootschap redelijkerwijs niet meer te voorkomen is, mag een bestuurder niet meer zomaar naar eigen inzicht betalingen doen. De bestuurder moet in dat geval de schuldeisers gelijk behandelen. Als je als bestuurder dat niet doet of slechts één of enkele schuldeisers, zonder goede redenen, betaalt, kan de curator jou achteraf in persoon aansprakelijk houden voor ‘selectieve betaling’. De curator is overigens doorgaans erg kritisch over betalingen aan de bestuurders zelf vlak voor faillissement. Hiernaar zal een curator een onderzoek doen.

5. Ga geen verplichtingen aan vlak voor faillissement

Het is onverstandig om zomaar nieuwe verplichtingen namens de vennootschap aan te gaan indien deze zich in zwaar weer bevindt. Indien je bijvoorbeeld als bestuurder namens de vennootschap met een leverancier een overeenkomst sluit, en de vennootschap gaat vervolgens failliet, kan je achteraf in privé aansprakelijk worden gesteld voor de schade. De leverancier / curator moet dan wel bewijzen dat jij tijdens het aangaan van de overeenkomst wist of moest begrijpen dat de vennootschap haar verplichtingen niet kon nakomen.

6. Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering

Veel bestuurders hebben een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Toch komt het regelmatig voor dat zij geen beroep kunnen doen op hun verzekering nadat zij in privé aansprakelijk zijn gesteld. Dit komt bijvoorbeeld doordat bestuurders de claim te laat hebben gemeld of hun premies niet (op tijd) hebben betaald, waardoor de dekking komt te vervallen. Bovendien dient er vaak nog een extra bedrag te worden betaald om in aanmerking te komen voor de uitloopdekking voor claims na faillissement. Het is daarom verstandig om je polis goed door te nemen en te bepalen aan welke vereisten je als bestuurder moet voldoen om in aanmerking te komen voor een uitkering.

Mocht je naar aanleiding van dit artikel nog vragen hebben, kun je contact opnemen met Jasper van Mens, via mailadres vanmens@loyr.nl.