Curator is in persoon aansprakelijk voor zijn handelen
Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een zeer recent arrest geoordeeld dat een curator in persoon aansprakelijk is jegens een derde voor zijn optreden in het faillissement van een schoenenwinkel. Dit heeft tot gevolg dat deze derde zijn schade kan verhalen op het privévermogen van de curator. Dit komt in Nederland zelden voor. In dit artikel gaat Jasper van Mens in op het arrest van het hof. Voordat hij hierop ingaat, legt hij het onderscheid uit tussen aansprakelijkheid van een curator q.q. en pro se en behandelt hij twee belangrijke arresten van de Hoge Raad.
Een curator heeft een bijzondere maatschappelijke positie. Hij wordt door de rechtbank aangesteld om onder toezicht van een rechter-commissaris namens de gezamenlijke schuldeisers de boedel van een failliete (rechts)persoon te vereffenen.
Aansprakelijkheid curator q.q.
In hoedanigheid van zijn functie beheert een currator het vermogen van de failliet. Dit vermogen is afgescheiden van zijn eigen privévermogen. Indien een curator bij de vereffening van de boedel van de failliete vennootschap een fout maakt dan is hij in hoedanigheid van zijn functie (q.q. of qualitate qua) aansprakelijk jegens een betrokken derde. De boedel van de failliet draait in hoofdregel op voor de schade die een betrokkene als gevolg van de fout van de curator heeft geleden. Indien er geen vermogen in de boedel van de failliet zit, kan het schadebedrag echter niet worden uitbetaald. In dat geval vist de derde achter het net. Hij zal zijn schade niet uitbetaald krijgen ondanks dat de curator jegens hem aansprakelijk is.
Aansprakelijkheid curator pro se
Indien een curator bij de vereffening van de boedel van de failliete vennootschap het echter heel bont maakt, kan hij ook in persoon (pro se) aansprakelijk worden gehouden voor zijn handelen. In dat geval kan de betrokkene, die door toedoen van de curator schade heeft geleden, zich verhalen op het privévermogen van de curator, bijvoorbeeld zijn woonhuis of zijn auto. In de praktijk zal het echter veelal uitdraaien op een verzekeringskwestie. De curator heeft namelijk een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en is verzekerd tegen zijn beroepsfouten.
Maclou-norm en het Prakke/Gips-arrest
Aansprakelijkheid van een curator in persoon komt in Nederland dus zelden voor. De Hoge Raad heeft namelijk de lat hoog gelegd. De Hoge Raad heeft bepaald dat een curator persoonlijk aansprakelijk is indien: “de curator niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht.” (Maclou-norm). De grondslag voor deze aansprakelijkheid is onrechtmatige daad.
De Hoge Raad heeft op 16 december 2011 de Maclou-norm verder ingevuld in het Prakke/Gips-arrest. In dit arrest is kort gezegd bepaald dat een curator bij de uitoefening van zijn taak in beginsel een ruime mate van vrijheid toekomt. De curator dient zich te richten naar het belang van de boedel van de failliete vennootschap. Daarbij is het in beginsel aan zijn eigen inzicht overgelaten op welke wijze dat belang het beste kan worden gediend. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop hij rekening houdt met (vaak tegenstrijdige) belangen van derden die bij de afwikkeling van de boedel zijn betrokken. Voor aansprakelijkheid van een curator in persoon is vereist dat een persoonlijk verwijt van zijn handelen kan worden gemaakt. Daarvoor is essentieel dat hij heeft gehandeld terwijl hij het onjuiste van zijn handelen inzag dan wel redelijkerwijze behoorde in te zien.
Het recente arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Door de verzwaarde norm voor aansprakelijkheid en de vrijheid die de curator krijgt om de boedel van de failliet naar eigen inzicht af te wikkelen, is het dus lastig om tot een persoonlijke aansprakelijkheid van de curator te komen. Daarom is het vrij uitzonderlijk dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 april 2017 heeft geoordeeld dat een curator wel in persoon aansprakelijk is.
In deze zaak was de curator benoemd als curator van een failliete schoenenwinkel. De verhuurder van de schoenenwinkel heeft de huurovereenkomst op grond van artikel 39 Faillissementswet opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. De curator laat aan de verhuurder weten dat hij de failliete schoenenwinkel wil doorstarten en op zoek is naar een koper. Daarop deelt de verhuurder aan de curator mee dat het contractueel verboden is om de schoenenwinkel zonder zijn toestemming onder te verhuren / in gebruik te geven aan een koper. De curator verkoopt vervolgens met toestemming van de rechter-commissaris de activa van de schoenenwinkel aan een geïnteresseerde. De verhuurder wil met de koper van de schoenenwinkel in contact komen om met de koper eventueel een nieuwe huurovereenkomst af te sluiten. De curator verstrekt echter aanvankelijk, ondanks diverse verzoeken van de verhuurder, geen informatie over de koper. Hierna ontdekt de verhuurder dat de koper de winkelruimte al in gebruik heeft genomen en dat de koper hiervoor een vergoeding aan de curator betaalt. De verhuurder sommeert de curator het onrechtmatig gebruik van de winkelruimte direct te staken. De curator weigert hieraan gevolg te geven. De curator verstrekt ook geen waarborg voor de nakoming van de verplichtingen uit de nog lopende huurovereenkomst terwijl hij daar aanvankelijk wel de mogelijkheid toe had. De curator had bovendien geen actie ondernomen om bij de verhuurder indeplaatsstelling van koper als nieuwe huurder af te dwingen. Kennelijk blijkt de boedel van de schoenenwinkel later ontoereikend te zijn voor vergoeding van de door de verhuurder geleden schade. De verhuurder stelt de curator in persoon aansprakelijk. Via deze weg probeert de verhuurder alsnog de schade op het privévermogen van de curator verhaald te krijgen. Omdat de curator weigert te betalen, stapt de verhuurder naar de rechter.
In hoger beroep acht het hof het handelen van de curator – het verhuren ondanks het onderverhuur verbod – in deze situatie dermate onzorgvuldig en zo ongebruikelijk, dat de curator het onjuist van zijn handelen had behoren in te zien, waardoor hem dit persoonlijk kan worden verweten. Daarbij is het hof van oordeel dat in dit concrete geval de curator geen ruime mate van vrijheid toekwam in de wijze waarop hij zijn taak als beheerder van de boedel heeft uitgevoerd. De curator was gebonden aan regels die hij had moeten respecteren en nakomen. Het hof oordeelt dat de curator hier niet bevoegd was om zonder instemming van de verhuurder/eigenaar de winkelruimte tijdens de opzeggingsperiode in gebruik te geven aan de koper, ook niet wanneer de winkelruimte in gebruik is gegeven in het kader van een doorstart. Ook in dat geval blijft de verhuurder volgens het hof bevoegd om het huurgenot van de winkelruimte aan een derde te verschaffen.
Het hof heeft beslist dat de curator onrechtmatig heeft gehandeld jegens de verhuurder. De curator is door het hof veroordeeld om in persoon de schade te vergoeden die de verhuurder door zijn toedoen heeft geleden.
Conclusie
Uit dit arrest van het hof kan naar mijn mening de conclusie worden getrokken dat, voor het succesvol in persoon aansprakelijk stellen van een curator, men op zoek moet gaan naar regels waaraan de curator bij de uitoefening van zijn taak is gebonden. In dat geval heeft de curator geen ruime mate van vrijheid in de wijze waarop hij de boedel vereffent en kan hij eerder in persoon aansprakelijk worden gehouden indien hij de regels overtreedt. Dit arrest brengt naar mijn mening geen verandering in de lijn die door de Hoge Raad is uitgezet. Ook in de toekomst zal het gezien de verzwaarde norm zeer lastig blijven om een curator succesvol in persoon aansprakelijk te stellen. Echter, betrokkenen die door het handelen van de curator in het faillissement op een onrechtmatige wijze zijn benadeeld, hebben door dit arrest een handvat op grond waarvan zij beter kunnen beoordelen of het wel of niet in persoon aansprakelijk stellen van een curator kans van slagen heeft.
Mocht u na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen hebben, neem dan gerust contact op met Jasper van Mens. Jasper is advocaat bij het Advocatenkantoor LOYR en gespecialiseerd op het gebied van onderneming- en aansprakelijkheidsrecht. Hij heeft veel ervaring met het procederen tegen curatoren.
Vragen?
Heb je na het lezen van dit artikel vragen, neem dan gerust contact op met Jasper van Mens. Jasper is onder meer gespecialiseerd op het gebied van onderneming- en aansprakelijkheidsrecht. Hij heeft veel ervaring met het procederen tegen curatoren. Hij is te bereiken via telefoonummer 020 820 44 67 of per e-mail: vanmens@loyr.nl.